|
Post by Wouter on Dec 10, 2017 13:58:23 GMT
Post hieronder je korte anonieme getuigenis(sen) uit/over de culturele sector in België en Nederland: situaties uit de dagelijkse praktijk die blijk geven van stereotype beeldvorming, white supremacy, koloniale gebruiken, uitsluiting, racisme, … Kortom: we zoeken beschrijvingen van reële situaties die op een of andere manier illustreren dat de dagelijkse praktijk in de cultuur/kunsten-sector niet altijd strookt met het zelfbeeld van onze 'progressieve sector’. Zo wil deze bloemlezing een groter bewustzijn creëren rond bewuste en onbewuste structuren in onze cultuursector. Ziehier een eerder voorbeeld uit ons gendernummer 'rekta:versa'Een selectie van deze getuigenissen zal verschijnen in het maartnummer van cultuurmagazine rekto:verso, rond 'dekolonisering van de kunsten’, vrijwel volledig samengesteld met culturele stemmen van kleur. We publiceren alle getuigenissen ook online op rektoverso.be. Een paar elementaire regels voor getuigenissen: - we mikken op korte en objectieve/observerende beschrijvingen, eventueel gespekt met quotes (max 750 tekens). - we noemen geen namen, wel eerder afstandelijke aanduidingen van personen: ‘directeur van een theaterhuis’, ‘docent van een kunstopleiding’, ‘acteur van middelbare leeftijd’, ‘mannelijk beeldend kunstenaar’, ‘muziekfestivalorganisator'… - de toon is vrij: ironisch, droog, met humor, … - ondertekenen kan anoniem, tenzij je onze eventuele redactie wil nalezen, dan sturen we die nog even door voor publicatie. Alle reacties verschijnen uiteindelijk anoniem. Stuur de link van dit forum gerust ook door aan anderen. Het forum is open, maar wordt nergens publiek gemaakt. Voor vragen of opmerkingen over deze procedure/insteek: info@rektoverso.be.
|
|
|
Post by K on Dec 21, 2017 13:30:35 GMT
Ik heb stage gedaan voor een zeer vooraanstaande, "progressieve" productiehuis in Brussel. Op de redactie werd ik al in mijn eerste week geconfronteerd met vragen als "Ken jij 'vluchtelingeskes' die je kan contacteren om in ons publiek te zitten. We willen rond de kerstdagen vluchtelingen in beeld brengen, dat zorgt voor een positief imago." Alsof de kijker thuis überhaupt kan raden wie 'de vluchteling' op de buis is. Misschien door de kleur? Kleur als enige indicator... . De tweede vraag die ik kreeg was of ik nog maagd was en of mijn vader zou kiezen met wie ik zou trouwen. Dit terwijl ik nooit had vermeld waar ik vandaan kwam, of ik überhaupt ergens anders geboren was dan België, ik geen religieuze symbolen draag en al eind de twintig was tijdens mijn stage. Het gemak waarmee deze vragen werden gesteld, zonder enige respect voor privacy en zonder enige schroom waren voor mij een bewijs van een (onbewuste) koloniale stupiditeit. Dit zijn maar twee voorbeelden van vele voorvallen. Toen ik mijn stage daar begon dacht ik dat ik in een intellectueel uitdagende, progressieve omgeving terecht zou komen waar ik veel zou bijleren. Daar bleek niets van waar. Het bleek letterlijk een woestijn. Leeg in alle betekenissen.
|
|
|
Post by M on Jan 22, 2018 19:26:52 GMT
Ik werk als diversiteitsmedewerker bij een cultureel centrum. Telkens als ik een nieuwe activiteit voorstel, valt het mij op dat ik telkens opnieuw inhoudelijk moet verantwoorden waarom ik deze activiteit juist wil organiseren, hoe het verbonden is met de visie en de missie van ons huis. In tegenstelling tot mijn collega's die activiteiten enkel praktisch moeten verantwoorden. Zij moet hun keuzes niet telkens opnieuw uitleggen en legitimeren, vaak is het voor hen gewoon een kwestie van praktische afspraken, agenda, communicatie afstemmen. Best vermoeiend!
|
|
|
Post by B.C. on Jan 24, 2018 8:20:47 GMT
Ik zag al verschillende keren op sociale media hoe een organisator van een erg klein event (waarvoor ik al had opgetreden), heel neerbuigend sprak over gelovigen en dan vooral moslims. Lacherig, arrogant, uit de hoogte en beledigend. Ik ben daar nooit echt op ingegaan behalve één keer omdat ik vond dat hij te ver ging. Ik reageerde toen op eenzelfde manier waarop hij altijd deed, maar hij kon er plots niet tegen en kon niet inzien dat ik hetzelfde aan het doen was (om een punt te maken). Er mocht met andere woorden geen kritiek op hem gegeven worden. Ik kreeg zowel een reply op mijn openbare reactie op zijn muur als een privébericht met daarin iets à la of het wel zal gaan en dat ik mijn toon moest veranderen. Dat gesprek is uiteindelijk nog “vriendelijk” geëindigd. Omdat ik hem op mute had staan, zag ik verder zelden berichten van hem.
Op een gegeven moment sprak iemand (X) waarmee ik toen regelmatiger babbelde me aan over een discussie met hem. X, zelf ook een witte man, vertelde me over hoe het gesprek over politieke figuren ging met een Turkse en Arabische achtergrond. Al snel werden er langs de kant van de organisator en zijn vrienden opmerkingen/”mopjes” gedropt over “slecht Nederlands”, “geitenneukers”, “trouwen met zussen”, etc. Voor mij was dat de druppel. Ik heb er een paar keer over nagedacht, maar uiteindelijk een post op facebook geplaatst waarin ik eerst algemeen sprak over hoe de poetry scène er geen graten in ziet om racistische comments goed te keuren, maar ondertussen wel te teren op mensen van kleur die op hun podia komen want diversiteit is oh zo leuk en speciaal. Toen een paar mensen vroegen over wie ik het had, noemde ik de organisatie bij naam. Ik vond het nodig om het bericht op FB te zetten, aan de ene kant omwille van nultolerantie tegenover racisme en om zelf eerlijk te zijn; en aan de andere kant om andere dichters van kleur te waarschuwen. Ik had in het verleden namelijk al meegemaakt dat een andere dichter.es me vroeg naar de organisatie en organisator, maar omdat ik toen nog niet zo’n goed idee had van de organisatie en organisator, vond ik niet dat ik op basis van “slechts” mijn gevoel, een andere persoon kon zeggen dat zij/hij iets wel of niet moest doen. Ik wilde vooral de keuze zoveel mogelijk in handen laten van de andere dichter.es zonder teveel van mijn eigen gevoel in het gesprek te gooien. Na de duidelijk racistische opmerkingen, vond ik niet dat ik die open houding nog kon innemen. Ik vond het dan een verantwoordelijkheid om duidelijk te zeggen dat ik die organisatie niet veilig vind voor (jonge) dichters van kleur en dat ik de organisator langs geen kanten kon steunen.
Mijn post werd gedeeld door een andere organisator en bereikte de racistische organisator die ik ondertussen had verwijderd. Ik verwachtte geen lieve reacties van hem, maar de manier waarop hij reageerde was erg buitensporig en zowel racistisch als seksistisch. Hij reageerde erg agressief op zijn eigen profiel en stuurde ook privéberichten. De eerste berichten die om verduidelijking vroegen, beantwoordde ik nog, al was hij toen al erg ongeduldig en verwachtte hij een antwoord van zodra hij iets had gestuurd. Toen ik merkte dat het gesprek nergens naartoe ging (wat ik wel verwachtte omdat ik de persoon al kon inschatten wat dat betreft), ben ik verder niet ingegaan op het gesprek. Het ging me namelijk ook niet om hem, maar om het feit dat hij als organisator een bepaalde rol heeft binnen de poetry scène, hoe klein zijn organisatie ook is. Dat hij als organisator de dingen zegt die hij zegt, vind ik niet oké voor jonge dichters van kleur en volledig onveilig. Het ging me dus om hen. Ik heb dat nog eens benadrukt bij de organisator in het gesprek, maar heb er daarna niet verder op gereageerd. Langs zijn kant kreeg ik vooral intimiderende opmerkingen met bedreigende taal die alludeerde op rechtszaken want “laster” etc. De persoon begon zich ook te vergelijken met Charlie Hebdo en Hans Teeuwen; en probeerde alles zo te draaien alsof hij het slachtoffer was die niet gewoon mocht zeggen wat hij wilde, het was immers “satire”. Eén van mijn laatste berichten naar hem waarin ik nog kort (ondertussen al wat gefrustreerd) reageerde in puntjes, deelde hij op zijn profiel om zogezegd te staven dat ik volhardend was in mijn waanzin. De rest van het gesprek waarin ik veel uitgebreider antwoordde, had hij natuurlijk niet gedeeld. In de paar dagen daarna bleef ik berichten krijgen, over hoe zielig ik was. Ik heb nergens meer op gereageerd. Ik kreeg een telefoon van een collega-dichter met de vraag of mijn telefoonnummer mocht doorgegeven worden aan hem want hij had daarvoor gebeld. Ook andere dichters lieten weten dat ze door hem gecontacteerd werden om te weten wat hun positie was (terwijl het daar helemaal niet over ging). Tenslotte heeft hij online ook andere mensen aangevallen die er totaal niks mee te maken hebben, maar puur op basis van vriendschapsbanden met mij en de andere organisatrice in zijn vizier kwamen. Op zich waren zijn reacties ook nadien erg vies en was ik er in alle eerlijkheid toch van verschoten. Maar vooral het zwijgen van collega-dichters die het op podia zo vaak hebben over racisme, seksisme en andere onderdrukkingsvormen in hun verhalen, viel me zwaar.
|
|
|
Post by XL on Jan 27, 2018 13:20:08 GMT
Ik studeerde sociaal werk, op school werd mij verteld dat 'diversiteit' iets goeds was, een meerwaarde. Ik dacht dat dit iets was waar de cultuur sector ook in geloofde (naief), tot ik stage liep. Ik koos om stage te lopen bij een 'breeddenkend cultuurhuis' in Antwerpen. Ze waren enthousiast dat ik er mijn kijk-stage zou lopen. De vrouw die mij zou begeleiden werd vervangen door een jongere vrouw die zich nog moest bewijzen. Deze maakte mij in mijn tweede week al duidelijk 'wat je ook doet ik zal je buizen'. Ik begreep niet waarom er nooit tijd was om samen te zitten, waarom ik hoe dan ook zou falen. Ik dacht: als ik gewoon harder mijn best doe komt het goed. Op geen enkel moment wilde ik denken dat het met racisme te maken had, maar mijn vader zag het meteen. Want ik geloofde dat in wat mijn school mij had verteld, snel begon het steeds meer duidelijk te zijn dat mijn huidskleur hetgene was dat ervoor zorgde dat ik geen sociaal werker zou kunnen zijn. Mijn punten waren heel goed en ik was voor alles geslaagd en toch kreeg ik opmerkingen 'zal ik het in het Engels of Frans vertellen, versta jij mij niet?' terwijl ik heel mijn leven Nederlands spreek. De vrouw die mij moest begeleiden deed het duidelijk met tegen haar zin, elke keer dat ik haar aansprak was het te veel. Wanneer ik iets inleverde weigerde ze het te bekijken, twas toch slecht. Wat ik ook deed het maakte niet uit. Ik begon opmerkingen te krijgen van mijn docent op school 'ik heb nog nooit iemand zoals jou begeleid', wat was zoals ik dan? Ook bij mijn wit lief kon ik mij niet uiten, racisme dat kon niet de rede zijn. Ik voelde mij zo onbegrepen, elke dag opnieuw deed ik mijn best en werd ik genegeerd en beledigd (soms subtiel soms minder). Alles wees erop maar de woorden 'neger' werden nooit gebruikt, dus kon het toch niet racisme zijn? Maar zo simpel is het niet. Ze stuurde mij naar thuis en zei dat ik niet meer hoefde te komen, dan belde ze mijn docent en zei ze dat ik mijn stage had gestopt. Altijd spelletjes. Uitendelijk werd ik op mijn kijkstage gebuist, zoals beloofd, de rede was 'mijn gebrek aan Nederlands'. Wat niet de echte rede was, ik kreeg een 9. Ik had mijn moed samen getrokken om te spreken over het racisme dat ik ervaarde, maar mijn witte docent begreep het niet. Mijn stagebegeleidster zei dat ik psychologische problemen had dat ik dingen zag die er niet waren. Mijn school gaf mijn geld om naar de psycholoog te gaan.. De psycholoog zei dat ik niets mankeerde. Niemand in mijn jaar was gefaald op hun kijkstage, 'daar moet je echt je best voor doen om het niet te halen'.
Het volgende jaar belde mijn school mij en zeiden ze dat ze een stage hadden gevonden voor mij 'we hebben ze verteld over je profiel en ze zijn heel geinteresseerd'. Het was in Brussel, werken met 'allochtonen'. Toen besefte ik dat ik in de cultuur sector kon werken met 'buitenlanders' om mijn eigen discriminatie te minderen, enkel daar zou ik een meerwaarde hebben. Ik slaagde met onderscheiding, mijn docent op school was verbaast 'wat is er gebeurt tussen dit en vorig jaar'. Ik zei niets, ik was niet veranderd, het verschil was dat ik deze keer geen racisme ervaarde.
|
|
|
Post by moi on Jan 27, 2018 15:25:48 GMT
Il paraît que la déclaration universelle des droits de l’homme dit que « tous les êtres humains naissent libres et égaux, en dignité et en droit… ». Ça me fait toujours marrer tout ça, j’avoue que c’est quand même une bonne fiction. Quand j’ai été contacté pour jouer un petit rôle dans un spectacle qui traitait le problème de la justice en Belgique au Théâtre national, je savais que je n’allais pas jouer le rôle d’un avocat, d’un greffier ou d’un assesseur. C’était trop beau pour un noir. Ça ne reflète pas vraiment la réalité. Pourquoi ? Eh ben parce qu’on ne peut pas comprendre qu’un noir joue le rôle d’un juge en Belgique, ou d’un avocat, d’un pilote. C’est beaucoup trop compliqué pour expliquer ça au public. Je ne pouvais être qu’un criminel, un voleur, un migrant ou un truc dans le genre. C’est normal d’avoir un juge blanc et un criminel noir. Un patron blanc et « un boy » noir, un riche blanc et un pauvre noir… A chaque fois que je parcours les sites de casting pour postuler pour un film, je me rends compte que je suis noir. J’ai plusieurs fois essayé de postuler à des annonces où il était juste écrit « qu’on a besoin d’un homme de mon âge… ». En réalité ce n’était pas pour moi. Parce que pour moi, ça doit être précis. « On recherche un homme de couleur noire ou de toutes origines. » Là j’ai ma chance. Et tu me parles d’égalité de chance ? En fait quand on parle de tous les êtres humains, je ne me sens pas concerné. Ce n’est pas assez précis. Moi, je suis un « noir » ou « une personne d’origine diverse ». Et on s’étonne qu’il n y ait pas assez de mixité à la télé ? On se moque de qui ?
|
|
|
Post by Guest N.D. on Feb 2, 2018 11:35:49 GMT
2 cases :
- een uitgever die met me lunchen gaat: "Waarom schrijf je niet gewoon over allochtone dingetjes, over de multiculturele problemen en zo..."
-een gekend TV- journalist na de publicatie van mijn eerste roman: "Wat weet jij van katholieke vrouwen af? Waarom schrijf jij hierover. Jij bent toch een allochtoon? " Het was een dolk in mijn hart. Wat we ook doen, het zal nooit goed zijn voor iedereen. Dus doen we maar wat we denken dat we moeten schrijven op het moment. Om zo een corpus op te bouwen, dat misschien ooit iemand zal begrijpen en kan kaderen, in kaart kan brengen.
|
|